In glas-in-lood worden lange loodstrips gebruikt; loodprofielen waarin het op maat gesneden glas wordt geschoven. Zodra de glasstukken door de profielen zijn verbonden, kunnen de kruispunten worden gesoldeerd.

Bij de Tiffany-techniek worden de op maat gesneden glasstukken niet in een profiel geplaatst, maar omwikkeld met koperfolie, een soort koperen tape. Vervolgens kunnen alle randen (niet alleen de kruispunten zoals bij glas-in-lood) aan elkaar worden gesoldeerd. Omdat er geen profielen worden gebruikt, is het mogelijk om fijner te werken; het koperfolie is flexibel en zit strak om het glas gewikkeld.